Videometing loopbeweging
Inleiding
Je kunt video's van lopende mensen gebruiken om de loopbeweging te analyseren. Bij dit experiment ga je zelf zo'n onderzoek uitvoeren. Je kunt de beelden analyseren met Coach of een gratis programma, zoals Tracker. De opnames kun je zelf maken of opzoeken op internet, met zoekwoorden als 'walking cycle' of 'gait cycle'.
Onderzoeksvraag
We moesten ons eigen onderwerp kiezen, oftewel: welk aspect van de loopbeweging je wilt meten. Wij kozen voor de opdracht met deze uitleg: Als je loopt, zwaaien je armen steeds heen en weer. Onderzoek of de armen daarbij een slingerbeweging uitvoeren. Geef in de videobeelden de positie van de schouder en positie van de pols aan en laat de computer de verschilgrafiek van beide posities bepalen. Als de verschilgrafiek een sinusfunctie laat zien, geeft dat aan dat de armen als slingers bewegen.
Uitvoering
We hebben eerst onze eigen opname gemaakt. We hebben daarbij de camera op een tafel gezet om een zo'n nauwkeurig mogelijke meting te maken. Vervolgens hebben we deze opname en de opdracht geanalyseerd met Coach.
Als verwerking moesten we zelf een (klein) onderzoeksverslag maken.
Onderzoeksverslag
Onderzoeksvraag
Op wat voor een manier bewegen je armen tijdens het lopen?
Onderzoeksopzet
Je gaat filmen hoe iemand loopt. Het is belangrijk dat de camera die je gebruikt stil staat, als dit niet het geval is, kunnen de resultaten een afwijking hebben. Zet de camera dus op de grond, op zo’n manier dat je het hele lichaam in beeld hebt. Loop vanaf een afstandje het beeld van de camera in en loop zoals je normaal gesproken ook zou lopen.
meetresultaten:
Horizontale verplaatsing(m) t.o.v. de tijd(s).

Verticale verplaatsing(m) t.o.v. de tijd(s)

Bespreking en conclusies
De grafiek ’Verticale verplaatsing (t.o.v. de tijd(s))’ heeft veel weg van een sinusfunctie. Dit komt doordat je arm als het ware als een slinger op en neer beweegt tijdens het lopen. Het bewijs hiervoor is dat de grafiek ‘schouder’ (bovenaan de slinger/arm) bijna horizontaal loopt, en dat de grafiek ‘pols’ (onderaan de slinger/arm) een sinusfunctie is. De schouder heeft tijdens het lopen dus geen verticale verplaatsing, net zoals bij een slinger het geval is. De pols heeft tijdens het lopen wél verticale verplaatsing, wat ook het geval is bij de onderkant van een slinger.
Conclusie: de arm beweegt als een slinger tijdens het lopen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb