Proefwerkvraag

Vragen:

1.a. Waarom heeft een kind een groter getal van Froude dan een volwassene als ze met dezelfde snelheid zich voortbewegen?
1.b. Hoe kun je aan de wet van Froude zien dat iemand loopt, draaft (rent) of onregelmatig beweegt?
1.c. Een man loopt en zijn benen oefenen een kracht uit van 90 N. De man heeft een massa van 80 kg en hij zijn lengte is 1,95 meter groot. Zijn benen nemen 45% van zijn lichaamslengte in beslag. Bereken het getal van Froude.
1.d. Het getal van Froude van een persoon bedraagt 0,461. De snelheid waarmee de persoon loopt is 1,9 m/s. De benen zijn 80 cm lang. In welk gebied/land van de aarde bevindt de persoon zich?

Scroll naar beneden voor de antwoorden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoorden:

1.a. Een kind heeft een kleinere beenlengte, dus in de formule Fr=v2/l x g is de l kleiner. g en v zijn constant, dus het kind moet een kleinere beenlengte hebben om een hoger getal van Froude te hebben, omdat ze dezelfde snelheid hebben.
1.b. Als iemand loopt is het getal van Froude <0,5, bij draven (rennen) 0,5<getal van Froude<2,5 en bij onregelmatig bewegen is het getal van Froude groter dan 2,5.
1.c.
90 = 0.5 x 80 x v2
90 / v2 = 0,5 x 80
v = √90 / 40 = √2,25
Fr = √2,25 / 9,81 x 0,8775 = 0,26
1.d.
Fr = v2 / (l x g)
l x g = v2 / Fr
g = v2 / (Fr x l) invullen geeft g = 9,78850
Opzoeken in de Binas tabel 30B geeft dat de persoon zich in Rio de Janeiro bevindt.